Om 7.00 uur ging de wekker. Vandaag moesten we van Sørvågen naar de luchthaven van Evenes rijden. Dit is een tocht van zo’n 4,5 uur, maar in Noorwegen weet je het maar nooit. Zo zaten we vorige week bijvoorbeeld nog 5,5 uur vast door een gecrashte vrachtwagen. We maakten snel wat broodjes voor onderweg, dronken de laatste pakken leeg en de rest ging “helaas” de kliko in.
Precies om 8.02 uur startte de auto. Een half uur later kon ik alweer omdraaien. Net toen Karin een mooie foto wilde maken, ontdekte ze dat ze haar telefoon kwijt was en op het toilet had laten liggen. Tja. We checken voor vertrek altijd tig keer alles, maar dan is er dus nog dat “even snel plassen”… En hup, vergeten. Toen “de muts” haar telefoon eindelijk terug had, konden we écht vertrekken.
Gelukkig was het prachtig weer en de route ook. Om 13.00 uur reden we het vliegveld voorbij – véél te vroeg – en besloten we nog even een extra geocache mee te pakken: onze 4400ste! Deze lag bij een bunkercomplex bij de Narvikfjord, onderdeel van de geotour rondom de Slag om Narvik in WOII. Heel gaaf om te zien. Terwijl ik de auto even herparkeerde, ging er een Duitser doodleuk in onze wagen zitten. Blijkbaar dacht hij dat het zíjn auto was. Toen hij het besefte, bood hij gauw zijn excuses aan en moesten we er allebei hard om lachen.
We vonden nog een earthcache bij een stenen kerk, dezelfde cachemaker als de FTF op Andøya. De vragen bleken goed, bevestiging kwam snel.
Daarna reden we terug naar het pompstation bij ons eerste hotel om af te tanken. Wat rijdt zo’n hybride Toyota RAV4 toch lekker zuinig. Met één tank hebben we bijna 1000 kilometer gereden. Op de luchthaven aangekomen parkeerden we de auto bij Hertz en liepen met een bagagekar naar de terminal. De balie was dicht, dus leverden we de sleutel in via de automaat. Voor de zekerheid maakten we een foto van het scherm. Fijne auto, al had deze wel heel veel sensoren en piepte hij wel érg vaak.
Dan begint het vliegveldavontuur. We sloten aan in de rij voor de incheckbalie, maar precies toen wij bijna aan de beurt waren, trok de medewerkster een geel hesje aan en liep weg. Geen vervanger. Dus alsnog zelf maar naar de automaten. Nieuwe boardingpassen, kofferlabels, en dan door naar bagage drop-off. En weer: precies toen we aan de beurt waren, stopte het systeem. Twintig minuten later gingen onze koffers eindelijk richting Amsterdam.
Door naar de security. In Noorwegen gaat het net even anders: ik had vier bakken nodig om alles uit te pakken. Deze keer was Karin het haasje – haar handen en buik werden gescand met een papiertje. Nieuwe controle? Geen idee wat het precies was.
Om 15.55 uur waren we klaar, maar… er was nog geen vliegtuig. Dat landde pas om 16.00 uur, moest nog gelost worden, en daarna konden wij pas instappen. Onze overstaptijd in Oslo was maar 1,5 uur, dus ik werd al wat zenuwachtig. Gelukkig vertrokken we met 45 minuten vertraging – zonder raamplek dit keer, dus geen laatste blik op Noorwegen.
In Oslo aangekomen was het flink haasten, al hoefde dat achteraf niet, want de KLM-vlucht had ook vertraging. De luchthaven was veel drukker dan bij aankomst twee weken geleden. Bij gate E13 kreeg Karin van een vriendelijke Nederlandse vrouw nog een boek cadeau. Dat is even iets anders dan weer een Story.
Om 19.45 uur vertrokken we uiteindelijk naar Nederland. Aan boord een lekkere boterham, een colaatje voor mij en natuurlijk tomatensap voor Karin. Rond 21.30 uur landden we op Schiphol, waar we een uitgebreide tour over het vliegveld kregen met de bus naar de uitgang. Nog een half uur wachten op de bagage, en toen kwam precies op tijd de bus naar P3 aanrijden. Instappen, deur dicht, wegwezen.
Nog een dik uurtje rijden in het donker, voor het eerst weer écht donker in twee weken en om 23.30 uur waren we thuis. De vakantie zit erop. Tijd om het huis te koelen, want binnen was het bloedheet.